Corona/Covid en seizoensinvloeden
De meeste overheidsinspanningen om de COVID-19-pandemie onder controle te krijgen, draaiden om niet-farmaceutische interventies (NPI’s) en vaccinatie. Veel luchtweg-aandoeningen vertonen echter opvallende seizoenstrends.
Op 5 mei 2023 kondigde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op kalme wijze een einde aan de zogenaamde COVID-19-pandemie af. Dit stond in schril contrast met de verwoede aankondiging aan het begin van de pandemie ruim drie jaar eerder (maart 2020), toen regeringen over de hele wereld zich haastten om maatregelen in te voeren waarvan zij dachten dat ze de voortgang van de pandemie zouden kunnen beheersen, die als niet-farmaceutische interventies werden omschreven (NPI’s). Deze maatregelen omvatten onder meer reisbeperkingen, bevelen om thuis te blijven, mandaten voor het dragen van maskers, schoolsluitingen en het nemen van sociale afstand. Later geloofde men dat de introductie van vaccins begin 2021 deze maatregelen zou versterken, vooral door prioriteit te geven aan oudere leeftijdsgroepen en aan eerstelijnswerkers.
In deze studie van 6 januari 2024 getiteld Influence of Seasonality and Public-Health Interventions on the COVID-19 Pandemic in Northern Europe uit een internationale groep van onderzoekers/deskundigen vermoedens dat de dynamiek van de pandemie niet uitsluitend of zelfs grotendeels niet door deze, bovengenoemde factoren werd bepaald.Het internationale team van wetenschappers en medische experts heeft tien jaar aan monitoringgegevens-data van het menselijke coronavirus gebruikt die vóór de pandemie in Zweden waren verzameld om de seizoensvariaties in de incidentie van het coronavirus in Noord-Europa in kaart te brengen. Vervolgens gebruikten ze openbaar beschikbare gegevens over de COVID-19-pandemie van zes Noord-Europese landen (Ierland, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Noorwegen en Finland) om de relatieve bijdragen aan de progressie van de pandemie in elk land te vergelijken van: (1) seizoensinvloeden (2) vaccinatieprogramma's en (3) andere volksgezondheidsmaat-regelen. Ze bestudeerden de verschillende ‘golven’ van de pandemie van begin 2020 tot mei 2023, toen de WHO verklaarde dat de ‘noodsituatie’ op het gebied van de volksgezondheid voorbij was.
De auteurs ontdekten dat de stijgingen en dalingen van elke ‘golf’ consequent het natuurlijke seizoensgedrag van coronavirussen volgden, namelijk toenemend tijdens het ‘koude- en griepseizoen’ in de winter en afnemend tijdens de zomer. Daarentegen was het wetenschappelijke team verrast toen ze géén duidelijke of consistente invloed constateerden van de vaccinatieprogramma's of de vele volksgezondheidsinterventies die werden geïmplementeerd en ons zijn opgelegd.
De hoofdauteur van de studie, Dr. Gerry Quinn (Centre for Molecular Biosciences, Ulster University, Coleraine BT52 1SA, UK) die gespecialiseerd is in microbiologie en immunologie, beschreef de betekenis van deze bevindingen als volgt:
“Sinds het begin van de pandemie hebben regeringen en samenlevingen over de hele wereld ongekende maatregelen geïmplementeerd in een poging de verspreiding van het virus onder controle te houden. Telkens wanneer het aantal gevallen begon te dalen, geloofden veel mensen dat dit te wijten was aan de interventies op het gebied van de volksgezondheid. Maar een zorgvuldig onderzoek van alle beschikbare gegevens laat zien dat deze opvatting onjuist was. Nu blijkt dat de meeste veranderingen waarschijnlijk te wijten waren aan natuurlijke seizoensveranderingen van coronavirussen.”
En professor Karol Sikora (Department of Medicine, University of Buckingham Medical School, Buckingham MK18 1EG, UK) concludeerde:
“De bevinding dat de meeste ogenschijnlijke successen van de overheidsreacties op de COVID-19-pandemie feitelijk te wijten waren aan de natuurlijke seizoensinvloeden van coronavirussen, maakt de negatieve gevolgen voor de gezondheid van de lockdowns en andere interventies nog verontrustender. In Groot-Brittannië zijn we nog steeds aan het bijkomen van de schade die dit beleid tijdens de pandemie heeft aangericht op het gebied van de behandeling en diagnose van kanker en vele andere gezondheidsproblemen. Nu lijkt het erop dat deze dramatische gezondheidsinterventies de voortgang van de pandemie niet eens merkbaar hebben veranderd.”
Alle auteurs geven tot slot gezamenlijk volgende aanbevelingen:
”Daarom adviseren we dat het tijd is voor de epidemische modelleringsgemeenschap om de huidige modelleringstechnieken te herzien en expliciet rekening te houden met seizoensinvloeden. Hiermee moet ook rekening worden gehouden bij toekomstige epidemieën/pandemieën van virussen waarvan bekend is dat ze seizoensinvloeden vertonen, waaronder griep. Daarnaast raden we beleidsmakers die voor hun COVID-19-responsbeleid vertrouwden op NPI’s en/of vaccinatieprogramma’s ten zeerste aan om hun eerdere aannames over de effectiviteit van dit beleid voor de COVID-19-pandemie te herzien.”
De auteurs/onderzoekers van deze studie zijn:
Gerry A. Quinn (1,*) , Michael Connolly (2), Norman E. Fenton (3) , Steven J. Hatfill (4), Paul Hynds (5,6), Coilín ÓhAiseadha (5,7), Karol Sikora (8), Willie Soon (9,10) and Ronan Connolly (2,10).
Zij zijn bereikbaar (*Correspondence) via: g.quinn@ulster.ac.uk